Bewondering kwam deze week als “dringend” thema langs in mijn leven, het kwam naar boven bij een cliënt en bij mezelf. Ook zie ik het chronisch tekort en de behoefte hieraan overal terug in de wereld. Het aantal youtubers, influencers, selfies met filters, fitboys- and -girls, stoere verhalen op Insta of Facebook stijgt de pan uit en het zijn allemaal manieren van mensen om bewonderd te willen worden. De een slaagt daar beter in als de ander en dat zorgt volgens mij voor heel veel onrust op en door deze platformen. Maar is deze manier van “aandacht krijgen” uiteindelijk wel vervullend? Wat is de diepere onderlaag die maakt dat je op deze manier jezelf laat zien? Klopt het wel?
Mijn strategie is om niet toe te geven aan dat verlangen naar bewondering, ik zit op geen enkel platform, spreek me niet uit en laat me niet zien maar ondertussen ben ik dus wel stikjaloers op mensen die zich wel laten zien en uitspreken op wat voor platform dan ook. Ik heb er dus wel degelijk behoefte aan, maar ben nog zoekende in welke vorm dan klopt voor mij. Deze week heb ik daarin een “duwtje” gekregen van het universum om dit thema nou eens te gaan verdiepen en ik wil je graag meenemen in mijn onderzoek en wat ik over mijzelf heb ontdekt.
Sinds kort weet ik (en ik ben nu 45 jaar) dat ik ben opgegroeid als kind van “emotioneel onvolwassen ouders” met een emotionele en afwijzende stijl. Er zijn 4 typen ouders die kunnen ontstaan vanuit emotionele onvolwassenheid: de emotionele ouders, de té fanatieke ouders, de passieve ouders en de afwijzende ouders. Als je hier meer over wilt weten koop dan het boek “Ongezien opgegroeid” van Lindsay C. Gibson. Ik laat in dit artikel de 2 types zien uit mijn jeugd en het gevolg daarvan op mij als kind, mijn ouders waren een combinatie van de emotionele en afwijzende ouder. Dit ziet er als volgt uit:
Emotionele ouders worden geleid door hun emoties, variërend tussen te zeer betrokken en abrupte terugtrekking. Ze kunnen beangstigend labiel en onvoorspelbaar zijn. Ze worden overweldigd door angsten en verwachten van anderen dat zij hen zullen kalmeren. Ze gaan met onbelangrijke kwesties om alsof die het einde van de wereld zijn, waarbij ze anderen als hetzij hun redders beschouwen, hetzij als mensen die hen in de steek laten.
Kinderen van deze ouders gaan zich vaak onderwerpen aan de wensen van anderen. Omdat ze zijn opgegroeid met de emotionele grillen en luimen van hun ouders, kunnen ze overdreven attent reageren op de gevoelens en gemoedstoestand van anderen, waar ze vervolgens zelf vaak de dupe van worden.
Afwijzende ouders gedragen zich op allerlei fronten vaak zodanig dat je je afvraagt waarom ze überhaupt kinderen hebben. Of hun gedrag nu vriendelijk of streng is, ze hebben niets met emotionele intimiteit en willen duidelijk niet lastig gevallen worden door hun kinderen. Ze hebben vrijwel geen tolerantie voor de behoeften van anderen, en ze geven commando’s, barsten in woede uit of plaatsen zichzelf buiten het gezinsleven. De vriendelijker typen doen soms mee aan de standaard gezinsactiviteiten, maar ze zijn vrijwel nooit close met de anderen en zijn er niet echt bij betrokken.
Kinderen van deze ouders bouwen een enorm schuldgevoel op en voelen zich over het algemeen heel onveilig in de wereld, omdat ze door de continue afwijzing van hun (natuurlijke) behoeften zijn gaan denken dat er iets mis met hen is. Kinderen die zich veilig voelen, blijven vragen of klagen om te krijgen wat ze willen, terwijl kinderen van afwijzende ouders zichzelf als een lastpost en een irritant wezen gaan beschouwen, waardoor ze snel opgeven. Dit kan in het latere leven ernstige consequenties hebben, omdat deze afgewezen kinderen het als volwassene moeilijk vinden om te vragen om de dingen die ze nodig hebben.
Door deze emotionele onvolwassenheid van mijn ouders heb ik een chronisch tekort aan liefde, bewondering, verwelkoming, aanmoediging, steun en oprechte interesse opgebouwd. Het was er gewoon niet, mijn ouders hadden het niet te geven. Door de vele afwijzingen op deze natuurlijke behoeften van mij als kind en nu ook als volwassen mens heb ik afgeleerd om er nog om te vragen, het was er toch niet dus waarom zou ik nog moeite doen? En ook was er de angst om weer afgewezen te worden als ik er wel om zou vragen, die pijn wilde ik niet meer voelen. En doordat het in mijn jeugd altijd om mijn moeder draaide (mijn vader is al uit mijn leven verdwenen rond mijn 4e levensjaar) heb ik geleerd om me altijd af te stemmen op de behoeften van een ander. Een “dodelijke” combinatie, want wie zorgt er dan voor mij?
Keer op keer kwam ik in dat gapende gat van tekort terecht en om toch de liefde te krijgen waar ik zo naar snakte heb ik een heel sterk imago ontwikkeld: De slimme, betrokken, zelfstandige ALLESKUNNER. Moet er een klus geklaard worden, Erica kan het wel, hoppetee schouders eronder en gaan, ik keek niet eens of ik het wel kon, wat ik nodig had of het wel bij mijn taken hoorde. Ook als er een vriend of vriendin in nood was door een crisis stond ik bovenmatig klaar voor die ander, door mijn eigen pijn wist ik hoe belangrijk het was om emotionele steun te krijgen tijdens een crisis en dus ging ik dat bovenmatig geven. Natuurlijk in de hoop dat ook terug te krijgen, maar helaas werkt het niet zo in het leven. Als je geeft vanuit een tekort dan krijg je vroeg of laat altijd de deksel op je neus. Ook maakte ik me door dit imago groter dan ik me echt voelde, onzekerheid en angst drukte ik weg, want dit waren lastige emoties om mee om te gaan.
Maar……….. If I don’t get what I need, I will take what I want. Dit zinnetje komt van een belangrijke teacher in mijn leven, Lars Faber, en dit is de waarheid als een koe (helaas). Naast dat imago van de “alleskunner” ontstond er namelijk ook een vals deel in mij. De behoefte aan liefde was zo groot dat ik op een slinkse manier toch in mijn behoeften probeerde te voorzien. Dit is wat ze ook wel noemen je “schaduwkant” en dat ziet er niet zo mooi uit. Hoe zag dit er dan uit bij mij: vooral heel veel stiekem gedrag, in mijn jeugd was dit stelen in winkels, roken, eetbuien, me klein maken als het te spannend werd, manipuleren om te krijgen wat ik wil en als dit niet lukte gaf ik het op. Op latere leeftijd ging ik veelvuldig vreemd, deed ik me op mijn werk “groter” voor dan ik me voelde, ik veinsde interesse in onderwerpen die ik niets aan vond en ik presenteerde me als een expert op onderwerpen waar ik eigenlijk nog weinig vanaf wist. Dit kon ik zo goed dat mensen er vaak ook “intrapten”, maar ondertussen was ik altijd bang dat ik door de mand zou vallen (imposter-syndrome). Als het dus echt spannend werd en ik moest “leveren” dan werd de angst zo groot dat ik overmatig emotioneel werd en daar begon de verwarring bij mensen. Deze vrouw is toch heel zelfstandig en zelfverzekerd, wat heb ik dan nu voor me zitten? En hoppa, weg was het vertrouwen en dat resulteerde meerdere keren in het “verlaten van de organisatie” op fraaie en minder fraaie manieren. Dit riedeltje heb ik vele malen herhaald helaas.
Wat een drama denk je nu misschien en dat is het ook, maar er is wel een weg uit deze negatieve spiraal en dat is de weg van bewustwording en het ontwikkelen van een gezonde liefdevolle ouder voor mezelf. Al die kindjes in mij die zo’n ernstig tekort hebben gehad mag ik nu onder mijn hoede gaan nemen en alsnog voor ze gaan zorgen. Dat is geen makkelijke taak, want als je iets zelf niet hebt gehad dan is het moeilijk om het jezelf te gaan geven. Gelukkig is het ook niet de bedoeling dat ik dat in mijn eentje ga doen en ben ik al een heel eind op weg. Sinds 2017 ben ik mij gaan omringen met mensen die hun wonden ook zijn gaan genezen en die vanuit de basis van liefde hun werk zijn gaan doen, van hen leer ik hoe het wel moet. En dat betekent dat ik nu alsnog verantwoordelijkheid heb te nemen voor mijn behoeften aan liefde, bewondering, verwelkoming, aanmoediging, steun en oprechte interesse. Ik mag me weer leren uitspreken en vragen of de mensen die dicht bij me staan me dit wil geven, net zolang tot het vatje weer gevuld is en ik vanuit overvloed mijn licht en liefde aan de wereld kan geven.
Want de andere kant van dit verhaal is dat ik ook écht een ALLESKUNNER in me heb, ik heb ontzettend veel talenten die ik tijdens mijn ontwikkelingsweg gelukkig ook heb ontdekt. Ik ben OPEN, LEVENDIG, SPONTAAN, GEPASSIONEERD, ENTHOUSIAST, OPRECHT, MOEDIG EN IN BEZIT VAN EEN HEERLIJKE DROGE HUMOR. Het verschil is alleen dat ik niet altijd die alleskunner hoef te zijn. Ik mag ook onzeker zijn, het niet weten of geen zin hebben in een klus. Dan mag ik nog steeds “bestaan” en word er nog steeds van mij gehouden. Ik mag dan voelen wat ik nodig heb, daar erkenning aan geven en dit uitspreken aan de belangrijke mensen in mijn leven. Super oncomfortabel maar als ik het niet doe gaat het valse deel in mij op zoek naar manieren om het te “halen” en ik weet dat dat alleen maar leidt tot drama.
Ben je geraakt door dit artikel en ben je er ook aan toe om je verleden aan te kijken en afscheid te nemen van destructieve patronen? Neem dan contact met mij op en dan kijken we of er een klik is om je te ondersteunen in jouw proces. Ik ZIE jou graag!
Warme groet,
Erica Hofstra